Onderzoeksresultaat
17 november 2021

Wat te doen met polarisatie onder jongeren in niet-stedelijke gebieden?

Onderzoeker Ron van Wonderen geeft een dieper inzicht in de oorzaken waarom polarisatie bij jongeren in niet-stedelijke gebieden vaak meer extreem is - en wat daar aan te doen.

KIS, Kennisplatform Integratie & Samenleving, heeft onderzocht hoe jongeren in dorpen en het platteland aankijken tegen mensen met een migratieachtergrond, en hoe zij aan hun denkbeelden komen. Die zijn vaak namelijk meer extreem, vaak net door het ontbreken van ontmoetingsmomenten met mensen met een andere achtergrond, religie en/of cultuur. Hoe moet een jeugdwerker in deze context gaan depolariseren, als de meestgebruikte methode, contact - en dialoog, om praktische redenen vaak niet te organiseren valt?

Er vallen grote verschillen op te maken tussen dorpen – en het platteland tegenover de steden. Aangezien mensen met een andere culturele achtergrond overwegend in steden wonen, is het voor jongeren in niet-stedelijke gebieden moeilijker om in contact te komen met mensen met een andere culturele achtergrond. Ze zijn daarom meer vatbaar voor extreme ideeën, gegeven dat het tegendeel geen kans krijgt om zich te bewijzen. Ook zijn jongeren hier meer beïnvloedbaar door de berichtgeving in (sociale) media over mensen met een migratieachtergrond en de opvattingen van vrienden en ouders – er is vaak een sterke vorm van groepsdruk – en sociale normen aanwezig.

De context waarin jeugdwerkers moeten werken in niet-stedelijke gebieden is erg uitdagend. Er is vaak een veel groter gebied waar ze actief moeten zijn – en er is minder uitwisseling van ervaringen en kennis op het thema polarisatie tussen jongerenwerkers. Jongerenwerkers hier gaan vaak zelf ook akkoord met radicale ideeën van jongeren en moeten trachten voorbij hun eigen mening met jongeren te werken. Ook ontbreekt vaak een normen – en waardenkader hoe omgaan met extreme uitspraken bij jeugdcentra in dorpen. Er is daarom behoefte bij deze jongerenwerkers aan aanvullende of specifieke aanpakken.

Het is vaak moeilijk om een grens te trekken wanneer iets racisme, polarisatie, extremisme is, en wanneer het gewoon een sterke mening betreft

Ron van Wonderen

Aangeraden voor jongerenwerkers is het om voornamelijk goed te luisteren. Maar vooraf aan dat gesprek is het belangrijk dat jongerenwerkers eerst bij zichzelf ten rade gaan, en hun eigen normen en waarden onderzoeken. Het verkennen van de eigen opvattingen helpt dan om een goede keuze te maken wanneer in te grijpen en wanneer niet. Het is dan gemakkelijker om een mening correct te kunnen bestempelen als simpelweg baldadig, of potentieel gevaarlijk, dat het een fundamenteel extremisme betreft. Daarnaast helpt het bij de omgang met collega’s. Ook de rol van de organisatie is hier niet te onderschatten, deze dient een sturend kader te ontwerpen, zodat de jongerenwerker niet het gevoel krijgt aan zichzelf overgelaten te zijn.