Onderzoeksresultaat
17 maart 2022

Hoe geef je les over de Holocaust in een multiculturele klas?

Inzicht in hoe een leerkracht geschiedenis haar les over de Holocaust aanpaste binnen een gepolariseerde klas in Nederland

Lesgeven over een gepolariseerd thema is niet evident, en zeker niet wanneer perspectieven botsen in de klas. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht hebben daarom een case study onderzocht om een aanbeveling te kunnen doen hoe dit best aan te pakken. Docenten die lesgeven over de Holocaust aan multiculturele klassen moeten zich voorbereiden op de mogelijke perspectieven die hun leerlingen kunnen meenemen naar de klas. Op die manier kunnen ze beter de zorgen van de leerlingen verbinden aan de historische casus, zonder teveel stil te staan bij hedendaagse conflicten.

Onderzoekers gespecialiseerd in interculturele educatie hebben gekeken naar hoe een leerkracht doceert over de Holocaust in een multiculturele, middelbare school. Dit kwam namelijk niet zonder uitdagingen,  en dat voornamelijk omdat op deze school 90% procent van de leerlingen een Turkse of Marokkaanse migratieachtergrond heeft. Veel leerlingen boden weerstand om de les over de Holocaust te aanvaarden en moesten lachen op ongepaste momenten. Deze houding komt voort vanuit het hedendaagse conflict met betrekking tot Israël en Palestina en het ongenoegen van de leerlingen met betrekking tot de daar aanwezige machtsverhoudingen. Ze kijken vanuit het perspectief van dat conflict naar de Joodse slachtoffers van de Holocaust.

Hoe gaat de leerkracht hier mee om?

Kate (pseudoniem) is een witte, vrouwelijke, niet-islamitische, in Nederland geboren, geschiedenisleerkracht. Zij probeert twee strategieën uit in een poging om de weerstand te overwinnen. Eerst probeert ze aan te tonen dat de leerlingen twee verschillende historische groepen door elkaar halen – Joodse slachtoffers van de Nazi’s en Joodse burgers als vermeende onderdrukkers van Palestijnen in de huidige staat Israël. Om dit argument te kunnen maken moet ze echter erg strikt zijn, waardoor ze het gevoel krijgt dat ze mening van haar leerlingen eerder onderdrukt dan beïnvloedt. Ze geeft aan dat leerlingen niet meer luidop durven zeggen wat ze denken – daarom past ze een andere tactiek toe.

Ze gaat de aandacht verleggen naar een meer algemene bespreking van het psychologisch mechanisme van het kwaad, geïnspireerd door Hannah Arendt’s Banaliteit van het kwade. Ze wil als algemene les meegeven dat de intentie om kwade zaken te doen universeel aanwezig is in elke mens, en maatschappelijk steeds het gevaar schuilt dat er politieke machtsverhoudingen ontstaan die dit kwaad ontketenen. Onrecht, geweld en genocide zijn historisch gezien diverse groepen aangedaan, Joden, maar ook Moslims. De leerlingen drukken bij dit onderwerp een erg grote interesse uit en willen weten hoe dit mechanisme vandaag de dag kan geobserveerd worden. Ook al is deze strategie succesvol, duidt Kate aan dat ze zich onzeker voelt om les te geven over dit onderwerp vanwege onvoldoende achtergrondkennis en dat ze nu te ver verwijderd is van het werkelijk hebben over de Holocaust.

Kate geeft aan dat ze in zo’n geval veel verschillende innerlijke stemmen als leerkracht tegelijkertijd voelt en niet altijd goed weet hoe daar mee om te gaan. Ze heeft haar rol als geschiedenisleerkracht te vervullen, die een accurate weergave van feiten wil weergeven. Maar daarnaast voelt ze zich als zorgzame leerkracht ook verplicht om om te gaan met de mening – en historische gevoeligheden van haar leerlingen, ook al liggen ze in conflict met de leerstof. Ze geeft aan dat het gevaar van te lang op school werken is dat je zelf je gespleten gaat voelen tussen deze twee noden, dat je gaat twijfelen aan jezelf en je niet meer op je plaats voelt om het wereldbeeld van jouw leerlingen te gaan beïnvloeden.

Conclusie

Onderzoekers geven aan dat Kate beter de les was begonnen door een open discussie te voeren over het onderwerp waar ze het die les over gingen hebben. Om dat te doen is het daarom essentieel dat Kate weet van waar de weerstand van de leerlingen vertrekt. Gegeven de actuele relevantie van het Israël – Palestina conflict, had ze eventueel vanuit die casus de historische link kunnen leggen met de Holocaust. Vanuit die actuele relevantie zou ze eerst tegemoet kunnen gekomen zijn aan de kritische opmerkingen van haar leerlingen, om daarna in het verhaal van de holocaust te stappen. Het schakelen tussen een blik op het verleden en een blik op vandaag had dan intentioneel geweest, terwijl dat nu ongelukkig werd aangepakt.

In het intercultureel lesgeven is het daarom van groot belang dat leerkrachten op voorhand genoeg onderzoek doen naar de achtergrond van hun leerlingen, om zichzelf voor te bereiden op mogelijke conflicterende perspectieven. Ook moeten docenten zich genoeg bewust zijn van hun eigen positie in de school en de maatschappij, en is het van belang dat er genoeg discussie bestaat tussen collega-docenten om het te hebben over de moeilijkheden die ze tegenkomen bij het lesgeven over gepolariseerde thema’s.